De trouwfoto

van Jaap en Antje

1940-1944 Was het oorlog. Dat hebben ze deels meegemaakt in Wolphaartsdijk / Oud-Sabbinge bij de Familie Huissoon.

Ze hadden het daar ondanks alles toch heel gezellig. De band die ze met de fam. Huissoon hadden, heeft tot de dood geduurd.

1945 In dat jaar kwam de Familie Van Haaften uit Stavenisse naar Yerseke bij Jaap en Anna in de voorkamer logeren. Ze evacueerden met 4 jongens en 1 meisje. Ondanks de ontberingen was het toen toch een dolle boel. ’t Was dan wel oorlog maar je moest er toch maar wat van maken.

1949 De mosselparasiet kwam in de mosselen. Alle mosselen in de Oosterschelde gingen er aan dood. Een enorme slag voor de mosselkwekers, maar de meesten lieten het er niet bij zitten en zochten naar mogelijkheden.

1950 Kregen 20 mosselkwekers toestemming om in het Friese gedeelte van de Waddenzee mosselen te gaan kweken op proefpercelen. Het waren 10 kwekers uit Yerseke en 10 kwekers uit Bruinisse.

Zo is in de Waddenzee begonnen met het kweken van mosselen, wat inhield dat de schepen dikwijls wel drie weken weg waren. Het was iedere keer een hele reis naar het Noorden. De proef was meer dan geslaagd. Het werden goede mosselen en tegenwoordig komen de meeste mosselen uit de Waddenzee.

Ze kregen dan ook veel geld (voor toenmalige begrippen) voor de mosselen op de enige mosselveiling in de wereld, die in Yerseke staat.

Al gauw kregen deze mosselkwekers de bijnaam “De Gouden Ploeg”. Jaap van Oost was één van die mosselkwekers.

Regelmatig werden er mosselen direct met de kotter naar België gebracht, om ze aan de steigers te Antwerpen, Brussel en allerlei andere plaatsen aan de man te brengen. Er werd ook wel eens wat mee terug genomen, waar de douane niets van mocht weten……

1958?? Wim ging naar de Ambachtschool, en leerde veel technieken. Onder andere lassen. Dat kwam mooi uit voor aan boord. Later (in 1970 - ‘71) maakte hij in de voormalige oesterloodsen van Vlaming (alle loodsen en oesterputten van Vlaming waren door Jaap overgenomen) een molen om samen met Piet mosselen schoon te maken. Zodoende werd het handeltje wat Rinus in 1968 al spelenderwijze was begonnen, rap een grotere handel. Het allereerste begin van de latere Mosselhandel Piet van Oost. Inmiddels is het bedrijf omgevormd tot “PIET van OOST” B.V. en is leverancier geworden van schaal- en schelpdieren, vis, visproducten en zeegroenten aan groothandel, horeca en instellingen. Voor de particulier zijn alle producten verkrijgbaar aan de viscounter in “De Viskêête”. Zee-eterij “De Viskêête” wordt, ook ver over de landsgrenzen, geroemd als uitstekend adres om lekker te eten tegen een schappelijke prijs op een schitterende locatie tussen de oesterputten en de jachthaven. Het hele bedrijf wordt nu gerund door een kleinzoon van Jaap, ook Jaap genaamd (van Corrie en Herman van Stee).

 

(zie ook www.pietvanoost.nl)

1953 Toen op zaterdag 31 januari de Zingende Zusjes optraden in Zaal Nolet, gingen ook Jaap en Antje erheen. Na afloop liepen ze langs de haven terug naar huis.

Jaap zag dat er al ongelooflijk veel water stond (het was half tij, terwijl het laag water moest zijn) en verwittigde diverse mensen om de vloedbalken in de coupures te doen en ook zandzakken te vullen. Hij wees tevens de burgemeester en één van de wethouders op het gevaar wat er mogelijk aan zat te komen.

Aanvankelijk werd hij voor gek verklaard en dat het niet zo’n vaart met het water zou lopen. Toch heeft hij doorgezet en samen met een aantal anderen de coupures gesloten. ’t Was niet voor niets, want het water zou hoog tegen de balken komen.

Die zelfde nacht hoorden ze dat Kruiningen onder water was gelopen. Jaap wist een vlet over de kaaimuur te trekken en op een wagen te laden. Met de wagen achter een tractor zijn ze naar het Kaasgat gereden. Daar stond het water al tegen de dijk.

Ze hebben die nacht 29 mensen kunnen redden.

 

De Watersnoodramp betekende ook een ramp voor de mosselcultuur. De mosselen in de Oosterschelde gingen wéér dood, wat voor de meeste mosselkwekers inhield dat er op een andere plaats mosselen gekweekt moesten worden. Kweken op de Waddenzee bijvoorbeeld, wat voor de 20 kwekers op het Wad als heel gunstig werd vernomen. De verdiensten waren dus voor degene die al op de Waddenzee bezig waren met het kweken van mosselen. Dat kwam als een geschenk uit de hemel.

 

Ook de Familie Van Haaften kwam met de Ramp weer evacueren, maar dan in het huisje waar later Ida en Piet Lamper gingen wonen. Op nummer 9, in dezelfde straat.